Herinneringen
aan Berlicum. Sterappels / De laatste haan / Dat wordt schillen eten / Een zij gerookt spek / Doedelen / Rijstebrij voor mij / Tassen zonder oor / Mijn nieuw missieprentje / Niet zaniken, jij! Rijstebrij voor mij Berlicum, Beekveld, 1952. "Schooiers" werden ze door ons kinderen genoemd. We bekeken hen met grote argwaan. Die sjofel geklede mensen die bij onze boerderij aanklopten voor een maaltijd. Ze weigerden steevast het dampende bord aan de keukentafel te nuttigen. Ze voelden zich buiten beter op hun gemak, gehurkt zittend tegen de achtergevel met het bord op de knieën. In ons grote boerengezin werd niet op een mond meer of minder gekeken. Op de "bewaarschool" mochten de extra brave jongetjes van zuster Donatio soms voor priestertje spelen. Vooraan in de klas, met een echt kazuifeltje, een altaartje, een kelkje en belletjes. Extra brave meisjes, die tekenen van jaloersheid vertoonden, werden terechtgewezen. Zij kregen een uitleg die ik niet begreep. Ondertussen verhaalde zuster Donatio over de hemel. Rijstebrij werd er gegeten, met veel bruine suiker en met gouden lepels. Zo veel je maar wilde. Om twaalf uur liep ik de twee kilometer naar huis. In versnelde pas nu. "Wanneer er een auto aan komt, van de weg af hè!", zo gold het advies van mijn vader. Er speelde nu nog wat anders. Rijstebrij met bruine suiker. Dat was voor mij dé lekkernij bij uitstek. Maar dan wel met een gewone lepel. Want we hadden er thuis een met goudkleurige plekken en die gaf een zurig ijzeren bijsmaak. Op onze verjaardag, mochten we ons lievelingsgerecht noemen. Het gaf geen garantie, maar toch Met rijstebrij, speciaal voor mij, voelde ik me pas écht jarig. Ik was niet jarig die dag, maar daags tevoren was thuis wel rijstebrij toebereid. Het diepe bord, waarin achtereenvolgens de soep en de aardappelen hadden plaats gehad, werd zorgvuldig schoongelikt. Want niets was zo verpestend dan zilte aardappelkruimels tussen het lekkers dat komen ging. Een grote schaal met koele stijve rijstebrij kwam uit de kelder. Op mijn bord moest de bruine suiker korte tijd op de brij inwerken. De half opgeloste suiker gaf een honing-achtige smaak. En dus won ik tijd door te vertellen dat dit nu in de hemel werd gegeten en begon pas aan mijn portie toen de suiker donkerbruine stroperige sliertjes begon te vormen. Het kan aan de verse volvette boerenmelk hebben gelegen of aan de hemelse associaties van zuster Donatio, maar nooit smaakte rijstebrij zo romig en de suiker zo honing-achtig als toen die dag. Er bleef nog een kwart in de schaal over. Volgegeten vroeg ik mijn moeder dit te bewaren tot na school. Dat zou ze. Om vier uur opnieuw versneld naar huis. Aan de achtergevel liep ik een gehurkte schooier voorbij. Een nonchalante groet: "Heuj". Met ongeloof keek ik om naar de grote schaal op zijn knieën, de bruine suiker, de lepel in zijn rechterhand, zijn vergenoegd gezicht. Binnen welden tranen op. Een protest richting mijn moeder: "Het was mij beloofd". Aan het aanrecht, haar rug naar mij toe, klinkt het bijna bits: "Schooiers moeten ook eten!" Even stil. Besef treedt in de plaats van mijn tranen en van mijn kleutertijd. Over haar schouder voegt ze wat vriendelijker toe: "En ze komen ook in de hemel". Narus van Balkum Andere herinneringen aan Berlicum Tassen
zonder oor Berlicum, Beekveld, jaren vijftig. "Tassen" zo heetten de drinkkopjes bij ons thuis. Ze hadden zo'n standaard blauwe opdruk en waren onder net zo breed als boven. Die vielen in het gekrioel van een groot gezin niet zo gauw om, vanwege hun grote draagvlak en geringe hoogte. Met hun afgebroken oor of stukjes van de bovenrand waren ze bestemd voor het dagelijks gebruik. De ongeschonden tassen werden met bijpassende schoteltjes zorgvuldig bewaard in een aparte kast. Die waren gereserveerd voor de visite tot ze ook een oor of scherf verloren. De drukte aan tafel en "helpende" kinderhanden bij de afwas maakten dat menig kopje spoedig degradeerde tot een gewone tas. Daarna was hun levensverwachting nog slechts gering. De kokosmat reikte niet tot aan het aanrecht. Een man van rond de dertig klopt op de keukendeur. Welgekleed. Of mevrouw even tijd heeft voor een demonstratie? Hij zet zich aan tafel en met een weids gebaar haalt hij een fel rood kopje uit een koffertje en zet het midden op tafel. Echt onbreekbaar, mevrouw! Mijn moeder straalt ongeloof. "Mag ik mevrouw?" Nonchalant gooit hij het kopje in de lucht. "Plok, plok", stuitert het ding op de tegelvoer naast de mat. Verbazing bij mijn moeder. "Wat ze kosten? Nou mevrouw, twee keer een normaal kopje, máár ze gaan nóóit stuk. Vertwijfeling: "Jongen, roep ons Pap eens!". Mijn vader was ondertussen hoorbaar
thuisgekomen met de platte wagen en was net begonnen met het
lossen van de bierbostel* die hij bij Hein den Brouwer had
opgehaald. Het spul rook zurig en bierachtig, maar ergens toch
ook wel weer lekker. Onze koeien waren er dol op. De geur bleef
wel eventjes in je kleren hangen. Rood, blauw, geel, groen, paars. En allemaal met een oor. We dronken meteen wat pompwater en beproefden de onbreekbaarheid. Plok, plok. Ze hadden geen gewicht, maar dronken goed en bleven heel. Ik koos een groene. Om zes uur zag de tafel er feestelijk uit met al die gekleurde kopjes. De hete thee, de koffie en de warme melk smaakten wel een beetje solution-achtig. Maar de gekleurde stemming overheerste. Eerst maar eens goed in hete soda. Na een week hete thee en hete soda waren de kommetjes weliswaar wat fletser en hun binnenkant wat grauw, maar ze hadden nog steeds hun oor én hun solution-smaakje. "Doe maar gewone tassen" geeft mijn vader zich gewonnen bij het aanschuiven aan tafel. Mijn moeder plukt opgelucht een voor een de plastic kopjes van tafel en laat ze in een kartonnen doos vallen. "Voor de ranja, als er iets te doen is" rechtvaardigt ze alsnog de koop onder behoud van de feestelijke stemming. "Of de zandbak", oppert mijn binnenkort jarige broertje en scoort een knipoog van mijn vader. (De wegwerpmaatschappij bestond nog niet). * Bierbostel bestaat uit de onopgeloste bestanddelen die van de gemoute gerst overblijven na het bierbrouwproces. In ons gezin werd bierbostel "buistel of buisel" genoemd. Narus van Balkum Andere herinneringen aan
Berlicum extra
trefwoorden: historie, historisch, Kuijpers, geschiedenis,
kleuterschool, nonnen, 1949, 1950, 1951, 1953, 1954, zigeuner,
zigeuners, bedelen, bedeling, voedsel, voeding, verhalen,
armoede, ondervoeding, melk, opvoeding, educatie, katholiek,
geloof, religie, sociaal, sociale, wederopbouw, eten, gezondheid,
woonwagen, woonwagenbewoners, boer, boeren, tijdsbeeld,
vertelling, klooster, JMJ, basisschool, onderwijs, onderwijzer,
onderwijzeres, maaltijd, maaltijden, wederopbouw, voedselhulp, op
de bon, regio, Hertogenbosch, Den Dungen, Middelrode,
Michielsgestel, Meierij, Brabant, Noord-Brabant, de Aa, de Run,
distributie, bierbrouwer, Godschalkx, dorp, dorpen, dorps,
bedelen, bedelaar, marskramer, bedelarij, Hoogstraat, gezinsleven, armoe,
armoede, maatschappelijk, maatschappij, geloof |